Kooi werd geschreven voor Black Jackets Company. Het is een choreografische compositie voor 4 handen, versterkte piano en videobeeld. De titel heeft een dubbele betekenis: enerzijds verwijst het naar de ruimte waarin het moet worden uitgevoerd -de uitvoerders bevinden zich in een kleine ruimte of omheining die hen aan het oog van het publiek onttrekt-, anderzijds verwijst het naar het instrument zelf, dat kan beschouwd worden als een kooi waarin snaren zitten opgesloten, onaanraakbaar voor de uitvoerders. De toetsen van het instrument zijn immers geblokkeerd, zodat de snaren niet rechtstreeks door de hamers aan het trillen kunnen worden gebracht. Het enige geluid dat kan worden geproduceerd is het geluid van het glijden van de vingertoppen over de toetsen of het houtwerk van de piano, percussie en de nazindering van elke actie in de onafgedempte snaren (die op deze manier toch zacht aan het trillen worden gebracht). Op de beelden zijn enkel de handen van de uitvoerders zichtbaar. De ruimtelijkheid van klank en actie wordt versterkt door contactmicrofoons in de piano die verbonden zijn met luidsprekers rond het publiek, in de vorm van een denkbeeldige piano. Het publiek krijgt zo de indruk zelf in de piano of de kooi te zitten. Het kan de uitvoering ‘live’ volgen op het geprojecteerde videobeeld van de eigenlijke uitvoerders van de compositie, de vier handen.