Onvoltooide muziek

Toespraak 40 jaar Musica / AlbaNova – The Musical Gift

beste vrienden van Musica,
beste vrienden van de muziek,

Stel dat we via een nog te ontwikkelen apparaat zouden kunnen luisteren naar het verleden, net zoals ruimtetelescopen het licht kunnen opvangen van sterren die er niet meer zijn. Stel dat elk geluid een afdruk achterlaat in de ruimte waarin het klinkt. Een akoestisch fossiel dat we met een toekomstige technologie weer tot leven zouden kunnen wekken, zodat niet alleen onze ogen maar ook onze oren zouden kunnen reizen naar een willekeurig tijdstip in het verleden.

Ik hoor de muzikanten en musicologen onder u al denken en voorstellen doen. De pianisten willen naar een 19e -eeuws salon in Parijs, om er de fragiele pianoklanken van Frederick Chopin op te sporen. Anderen zullen naar de Thomaskirche in Leipzig trekken in de hoop er de geluidsafdrukken terug te vinden van vader Bach, improviserend op het orgel. Zelf zou ik mijn oor te luisteren willen leggen bij oud-Egyptische tempels waar muziekpriesteressen zongen en speelden op de auloi, de lier en de harp.

Die klank van het verleden zijn we voorgoed kwijt, en net daarom blijft ze fascineren. Precies omdat we nooit helemaal zullen weten hoe het echt klonk, en dus aangewezen zijn op onze verbeelding, blijft het vervlogen geluid ons inspireren. Dat geldt ook in omgekeerde richting. Componisten van de avant-garde hunkeren naar de muziek van morgen. Ze worden gedreven door de belofte van een nieuw geluid of een samenklank waarin iets van een mogelijke toekomst weerklinkt. Maar net zoals het verleden alleen maar kan worden opgeroepen met de verbeelding van vandaag, zo kan ook de belofte van de nieuwe muziek alleen maar prikkelen omdat ze een voorstel doet, omdat ze iets suggereert dat nog onvolledig is en vraagt om het bedenken van een antwoord en een vervolg. Echt in de toekomst kunnen luisteren, klinkt voor muziekmakers als een bedreigende gedachte.

Laten we ons gedachte-experiment omkeren. Stel dat één van die nieuwlichters van vroeger, Claudio Monteverdi, morgen door een kronkel in de tijd gedropt wordt in het gehucht Rijkhoven, op Alden Biesen. Hij komt terecht op een plek die, vierhonderd jaar na zijn tijd, al bij al herkenbaar lijkt. Hij ziet een kasteel dat rond zijn tijd de huidige vorm aannam. Ook de mensen lijken, afgezien van vestimentaire eigenaardigheden, nog erg op de mensen van zijn tijd. Enigszins gerustgesteld krijgt hij een festivalpasje in zijn handen gestopt en laat zich meedrijven met het publiek. Nieuwsgierig stapt hij morgen om 10 uur de kerk binnen. Beeld je zijn consternatie in wanneer hij daar polyfone gezangen hoort in de oude stijl, een muziekvorm die voor zijn oren, man van de seconda prattica, de muziek van gisteren is. Bij het horen van de toekomstige terugkeer van de muziek van zijn voorgangers, begint hij te twijfelen aan zijn eigen onderneming om de muziek op een geheel nieuwe leest te schoeien. Misschien had Artusi, zijn criticaster die van alle extravaganties en dissonanties van de ‘moderna musica’ niets moest weten, dan toch gelijk…

Zijn verontrusting wordt alleen maar groter wanneer hij daarna het concert van Catalina Vicens binnenloopt om daar werkelijk archaïsche middeleeuwse muziek van Guillaume de Machaut te moeten aanhoren, afgewisseld met 21e -eeuwse composities waarin alle verhoudingen zoek lijken en het antieke organetto bespeeld wordt op soms hoogst primitieve wijze. Doorheen de dag zal zijn verbijstering alleen maar toenemen, niet alleen omwille van de vreemdsoortige muziek die vanuit alle hoeken weerklinkt, maar ook door het gedrag van u allen, het publiek. Mensen die drie kwartier lang stil luisterend op een stoel blijven zitten, om dan aan het eind een beleefd applaus te slaan, Claudio zou het concept wellicht niet helemaal begrijpen. Tot hij, op het eind van een dag waarin al zijn muzikale denkbeelden op de proef zijn gesteld, opnieuw de kerk binnenwandelt voor het slotconcert met Raquel Andueza. Wat zou het met hem doen om 400 jaar later zijn eigen muziek te horen, die hij wellicht zelf niet bedoeld had voor de eeuwigheid maar waarvan hij nu wel zeker weet dat hij er te weinig voor is betaald?

Ik kan me voorstellen dat behalve een intense streling van het ego, allerlei vragen opwellen. Hoe komt zijn muziek hier terecht? Hoe heeft ze haar tijdreis over vier eeuwen heen overleefd? Wat is er in de tussentijd gebeurd? Claudio kijkt naar de muzikanten die met zichtbaar plezier zijn muziek vertolken, en naar een publiek dat daar schijnbaar van geniet. Voorbij de eerste herkenning begint hij nu ook te horen hoe zijn muziek anders klinkt dan ze ooit geklonken heeft, anders dan hij ze zich zelf ooit kon voorstellen. Stilaan maakt zich een gevoel van begrip en verbondenheid van hem meester. Verbondenheid met de mensen op het podium en in de zaal, maar ook een gevoel van verstandhouding met al die andere muzikanten op het programma die op het eerste oor van een andere planeet kwamen.

Het is iets wat ik in de afgelopen jaren ook bij Musica af en toe heb mogen ervaren. Het zeldzame gevoel dat je tijdens het luisteren naar muziek plots geconnecteerd bent met mensen uit een ander tijdperk, een andere wereld. Muziek roept geesten op, maakt iets aanwezig wat er zonder die muziek niet of niet meer is. Ook al is muziek alleen maar hier en nu, ze is tegelijk ook altijd een stuk tijdreizen. Want in alles wat klinkt hoor je het luisteren, het oefenen, het prutsen, het opnieuw beginnen van ontelbaar veel muzikanten, luisteraars, instrumentenbouwers, componisten, mensen die de muziek gemaakt hebben tot wat ze vandaag is.

Muziek zoals ze ons wordt doorgegeven, het muzikale geschenk dat ons wordt aangereikt uit het verleden, is niet toevallig het thema van AlbaNova vandaag en morgen. Mensen bewust maken van de reis van de muziek, en hen langs de andere kant laten ontdekken hoe die muziek bij hen kan aankomen en hoe ze die vervolgens zelf weer in een andere richting kunnen laten verder reizen, dat zijn de belangrijkste pijlers waarop Musica al veertig jaar lang steunt.

Claudio zal het antwoord op de vraag hoe iets van zijn muziek tot hier is geraakt, niet vinden in de muziekgeschiedenis, maar wel in de zorg en de passie van de mensen die zijn muziek uitvoeren en mogelijk maken. Hij zal ook beseffen dat het pad van de muziek aan elkaar hangt van toevalligheden. Soms heb je geluk en blijft er al eens een muziekboekje rondslingeren dat dan vijfhonderd jaar later wordt teruggevonden, maar het belangrijkst zijn toch de mensen die, vaak door samenloop van omstandigheden, met een vorm van muziek in aanraking komen, er iets in herkennen, en er zich op één of andere manier verantwoordelijk voor beginnen voelen. In de ergste gevallen kan dat ontaarden tot de missioneringsdrang die ook altijd deze organisatie heeft gekenmerkt, en die heeft geleid tot de workshops, de labo’s, de jongerenproducties, en de vele schitterende optredens waarvan u morgen getuige kan zijn.

AlbaNova stelt zich voor als een festival voor muziek van vroeger en nu. Ik voeg daar graag nog een laatste motto aan toe:

Alle muziek is onvoltooid, want met luisteren ben je nooit klaar.