Feedback tussen microfoons, computer en luidsprekers zorgt voor het ontstaan van ‘loops’ die zich voortdurend transformeren. Door de digitale opsplitsing van het klankspectrum in nauwe banden van amplitude en frequentie, gedragen deze feedbackloops zich erg onstabiel en worden ze gevoelig voor externe invloeden. Zo grijpt de luisteraar door zijn positie tussen microfoons en luidsprekers rechtstreeks in op het klankverloop, zonder daarom een expliciete rol te kunnen vervullen.
De digitale ingrepen op het klanksignaal zijn statisch van aard (ze zijn vooraf bepaald en veranderen niet van waarde tijdens het klankverloop.) Deze digitale vormgeving kan dan ook als een soort genoom worden bestempeld dat niet leidt tot voorspelbaar klankgedrag, maar wel tot een herkenbare identiteit die zich gedraagt als een ‘klankorganisme’ in een ruimtelijke omgeving.