Peter-Paul De Temmerman – Oorgetuige (29/10/2009)
… ‘Das Wohlpreparierte Klavier I nrs. 2,3,4&5‘ (2009) van Paul Craenen (1972) voor buffetpiano en electronics is dan weer mijn heel theeservies. Gelachen dat ik heb, zij het binnensmonds, en genoten. Iemand die heel wat minder gelachen zal hebben is Frederik Croene. Wat Craenen Croene doet doen grenst aan het onwelvoeglijke. Nu is Croene wel iemand die zich best in zijn sas voelt als ge hem flink wat vlees en patatten geeft, maar hoe hij hier een kwartier lang over de toetsen moet razen doet zelfs een pianola tilt slaan. Niet zozeer door de techniciteit of snelheid op zich, maar door de voortdurend kleine verschuivingen die er thematisch en ritmisch zijn. Craenen is een meester in de reductie van zijn muzikale uitgangspunten vertrekkende vanuit een radicaal concept, maar het resultaat heeft altijd een sluimerende ambiguïteit die je aan het denken zet over de muziek die je net hoorde. Craenen vertrekt voor dit werk van twee schier onverenigbare muzikale concepten, nl. het Wohltemperierte Klavier van Bach en de prepared piano van John Cage. Eigenlijk vertrekt hij van drie concepten, namelijk ook nog dat van live electronics, zij het dat die electronics hier dienst doen als de kurken, schroeven en stokjes die Cage tussen de snaren propte bij het prepareren van zijn piano’s. Ook hier reduceert Craenen enorm: hij gebruikt maar één effect, namelijk de dubbele ringmodulatie. Maar wat een effect! Al met al balanceert het allemaal een beetje op de grens van de gimmick, zij het dat het niet om te lachen is, en dat het allemaal erg nauwgezet is uitgewerkt. Dat flirten met die grens lag eigenlijk ook al besloten in het werk van Cage. Het gevaar is immers dat je iets poneert dat zo specifiek is dat het een doodlopend straatje is. Hoe kan je immers nog iets doen met bijvoorbeeld prepared piano zonder Cage te parafraseren of jezelf belachelijk te maken. Wel, Craenen is één van de weinigen die daarin slaagt.